We moeten armoede definitief naar het verleden verwijzen.
- De afgelopen jaren heeft de stad geen ambitie getoond om armoede te bestrijden. Het OCMW beperkte zich tot de wettelijk verplichte basistaken. Daarnaast werd ook flink gesnoeid in de subsidiëring van het maatschappelijk middenveld. Bovendien werd het mes gezet in de mogelijke steunmaatregelen waarop cliënten een beroep kunnen doen. In Aalst wordt ongeveer 1 kind op 10 geboren in een kansarm gezin (11,4%) en het gaat helaas in stijgende lijn. Groen wil dat de stad differentieert in haar dienstverlening en guller is voor mensen die het echt nodig hebben.
- Via opleiding en het inzetten van en de samenwerking met ervaringsdeskundigen moeten hulpverleners een beter inzicht krijgen op de leefwereld van mensen in (kans)armoede. Het versnipperde en soms onduidelijke dienstverleningslandschap (sociale kaart) is nefast, zowel voor mensen die hulp nodig hebben als voor de hulpverleners zelf. De inzet van extra straathoekwerkers kan ervoor zorgen dat mensen sneller de weg vinden naar hulpverlening.
- In 2014 waren er gemiddeld 3.479 niet-werkende werkzoekenden in Aalst. Dit komt overeen met een werkloosheidsgraad van 8,85%. Het aantal werklozen in Aalst stijgt. Het hebben van een job is een belangrijke hefboom inzake armoedebestrijding. Niet iedereen kan echter terecht in de reguliere economie. Voor hen is een aangepaste tewerkstelling op basis van de individuele noden en competenties wenselijk. De sociale economie vervult hierbij een belangrijke rol. Groen wil dat meer werknemers tewerkgesteld kunnen worden in de sociale economie (Teleshop, De Loods, …) en dat mogelijkheden in het kader van PWA en Artikel 60 beter worden onderzocht en uitgebouwd.