Stadsontwikkeling

Een stad moet ecologisch zijn en dus op mensenmaat.

  1. Groen wil bestaande ruimtelijke structuurplannen respecteren en een ecologisch ontwikkelingstraject ontwikkelen en realiseren dat beantwoordt aan het beleidsplan Ruimte van de Vlaamse Overheid en de criteria van de Vlaamse Bouwmeester. We willen werk maken van een duurzame stad waar we extra inzetten op digitalisering. Zo kan Aalst voor een primeur zorgen onder de Vlaamse centrumsteden. Groen wil een stad op mensenmaat waar wonen, schoollopen, werken, cultureel ontplooien, ontspannen, sporten, wandelen, zich verplaatsen harmonisch kunnen samengaan. Zo maken we wonen in de stad aantrekkelijk voor jonge gezinnen met kinderen en wordt de stadsvlucht en verkavelingswoede gestopt.
  2. Bijkomende ruimtevragen worden bv. opgevangen door meer bouwlagen toe te laten in die wijken en buurten waar dit kan en aangewezen is. Gedeeld en collectief ruimtegebruik helpt mee de ruimtevragen op een zorgvuldige, slimme manier op te vangen en het globale ruimtebeslag te beperken. Een wildgroei van projecten verstikt de stad. We opteren voor renovatie en invulbouw in plaats van nieuwe open ruimte aan te snijden.
  3. Stadsontwikkeling en stadsvernieuwing zijn er voor alle bevolkingsgroepen. Ze moeten dus sociaal zijn. Daarbij is er telkens aandacht voor de nodige (goedkope) energiezuinige huurwoningen, voor sociaal wonen, voor woningen voor gezinnen met kinderen en voor nieuwe woonvormen. We beogen een goed evenwicht tussen wonen, werken en de noodzakelijke wijkfuncties en -voorzieningen. We moeten maximale inspanningen leveren voor autoarme en klimaatneutrale en dus leefbare wijken met speelgelegenheid en groenvoorziening en water voor gezonde lucht en rust.
  4. De veilige bereikbaarheid van de woonwijk en kernen met openbaar vervoer, fiets, te voet… is essentieel. Daarom moet er geïnvesteerd worden in kindvriendelijke, toegankelijke en duurzame straten, parken en pleinen. Bij de inrichting van straten en pleinen willen we er voor zorgen dat kinderen, senioren en mindervaliden er zich welkom voelen en er zich veilig en gemakkelijk kunnen verplaatsen. Dat betekent dat we straten en pleinen ontwerpen op hun maat en dat we overal brede kwaliteitsvolle voetpaden, fietspaden en oversteekplaatsen (zonder obstakels en met voldoende verlichting) voorzien.
  5. De dorpskernen moeten hun eigenheid kunnen bewaren. Groen wil werk maken van een lijst met prioritaire BPA’s en RUP’s die op een moderne maar ecologische manier worden ingevuld. Bij de vastlegging van de projecten en de uitwerking van de visie op stadsontwikkeling speelt de GECORO een belangrijke rol. Ook wijkcomités en burgerinitiatieven worden als waardevolle gesprekspartners aanzien.

Concrete voorstellen ‘stadsontwikkeling’

  • Tereos moet open kaart spelen m.b.t. hun plannen op middenlange en lange termijn. De hinder die de fabriek veroorzaakt voor mens en milieu moet maximaal worden ingeperkt. Voor Groen is Tereos van harte welkom in industriezone in Aalst. Op die manier komen we ruimschoots tegemoet aan banenverlies op ons grondgebied
  • In ons opzet om extra groenpolen in de stad te creëren stellen we voor om het braakliggend terrein aan de Cesar Haeltermanstraat om te vormen tot een park met speeltuin waar jeugdbewegingen ook gebruik kunnen van maken. Nu de stad (Sport AG) de sportinfrastructuur voor 30 jaar in erfpacht bezit, zou deze opportuniteit hier mooi bij aansluiten.
  • In de woonwijk Immerzeel wil Groen een warmtenetwerk en minstens 20 % sociale woningen. Tegelijk moet de stad haar verantwoordelijkheid nemen en de ingenomen open ruimte compenseren. De stad moet inspanningen leveren die kinderen toelaten om naar school te gaan in hun onmiddellijke omgeving.
  • Vanaf 2040 mag er in Vlaanderen (netto) geen groene ruimte meer verdwijnen. Aalst moet hier pro-actief op inspelen en zelf al een ‘betonstop’ invoeren, bij voorkeur al tegen 2035. Groen wil het verdwijnen van groene ruimte elk jaar fors doen afnemen en integendeel inzetten op het vermeerderen ervan.